Train de trainer: in gesprek met Mathijs

Jullie verslaggever wilde in afwachting van dinsdagavondtraining aan de bar hangen maar raakte verzeild in de workshop “Train de Trainer”. Als een echte korfbalprofessor deelde Mathijs zijn inzichten met ons trainerscorps. Er werd goed geluisterd, veel doorgevraagd en de trainers gingen ook de wei in om de theorie in de praktijk te brengen. Zelf vond ik het onderscheid in de vier principes van structureren, stimuleren, individueel aandacht geven en regie overdragen. Aan het einde van workshop mocht ik Mathijs een aantal vragen stellen:

1. Kun je vertellen wat je korfbalachtergrond is?
Zelf heb ik 12 jaar gekorfbald. In het begin bij Synergo in Utrecht, later bij EKVA in Almere. Bij EKVA heb ik 7 jaar in de senioren gespeeld waar ik voornamelijk in het tweede heb gespeeld.

2. Wat voor trainer ben jijzelf als je kijkt naar de diverse varianten die je hebt besproken?
Zelf ben ik een trainer die probeert zoveel mogelijk te trainen naar de methode van differentieel leren en desirable difficulty. Daarnaast probeer ik veel spelvormen toe te passen waar plezier belangrijk is, maar waar je ondertussen veel leert zoals gooien, vangen, schieten en vrijlopen.

3. Welke dingen zijn jou in positieve zin opgevallen als je kijkt naar het trainerscorps?
Ik vind het altijd fantastisch om te zien dat er zoveel jonge trainers zijn. Zo ben ik zelf ook ooit begonnen. Ik denk dat voor een groot deel het trainen geven al goed gaat, maar hoop dat ik ze heb kunnen inspireren om meer na te denken over de doelen die ze hebben per oefening, en dat ze kritischer naar zichzelf kijken.

4. Waar zie je ruimte voor verbetering?
Ik denk dat er nog een hoop winst te halen valt in het impliciet leren, oftewel leren zonder het idee te hebben dat je leert. Daarnaast is het aanbrengen van een externe focus (gebruik maken van de omgeving) ook een verbeterpunt. Als trainer ben je (ik ook) te vaak geneigd om te zeggen hoe het moet, maar het werkt beter om de speler na te laten denken en zelf oplossingen te bedenken. Als je gebruikt maakt van externe focus van aandacht ben je ook veel meer bezig met het bereiken van het doel (bijvoorbeeld een goal maken) en richt je je minder op een technisch perfecte houding. Terwijl we het denk ik allemaal eens zijn over het feit dat je uiteindelijk wedstrijden wint met doelpunten, en niet met perfecte techniek.

5 Wat is jouw grootste droom om als trainer mee te maken?
Wat ik leuk vind is een ploeg stappen te laten zetten. Het lijkt mij dan ook erg mooi om bijvoorbeeld met een ploeg van de 2e klasse naar de overgangsklasse door te stomen. Daarnaast zijn er natuurlijk de klassieke dromen als Ziggo Dome winnen en als ik naar een hoofdklassefinale kijk lijkt mij dat ook fantastisch om daar met een ploeg te staan. Maar ik denk zelf dat ik de meeste voldoening haal uit het eerste, dus waarom starten we niet met deze droom waarmaken bij Haarlem?

Voor de geïnteresseerde HKC Haarlemmer treft je hierbij de slides van de workshop aan met daarin links naar inspirerende filmpjes.

Mathijs bedankt en succes met je droom, die overigens ook de mijne is.

 

Geschreven door: Ron Konijn