Verslag E3: “De onofficiële kampioenswedstrijd?”

Op voorhand was dit de wedstrijd waarin het kampioenschap verdiend moest gaan worden. Bij winst zou het kampioenschap wel heel dichtbij komen. Beide teams waren nog ongeslagen en gezien de uitslagen van voorgaande wedstrijden de gedoodverfde titelkandidaten. En nog belangrijker: aan elkaar gewaagd.

Dat kwam ook zo tot uitdrukking in het begin van de wedstrijd. Onze kampioenen kwamen met 2-0 achter. Helios liep slim bij het nemen van doorloopballen en onze kampioenen wisten in het begin nog niet wat ze daar tegen moesten doen. Maar na wat aanwijzingen pakten onze kampioenen het goed op door zich wat te laten zakken en de tegenstander op te vangen. En zelfs werd er een aantal keer goed overgenomen. Een voorbode dat het geen gemakkelijke wedstrijd zou worden (?).

De tweede tactiek van Helios was de lange bal over onze voorverdedigende kampioenen gooien en dan proberen snel te scoren. Weliswaar heeft Helios hier een aantal keer uit gescoord, maar in de meeste gevallen wisten onze kampioenen of de bal te onderscheppen of snel genoeg weer tussen aanvaller en paal te kruipen om te verdedigen.

Het leek wel of er vandaag helemaal niks verkeerd kon gaan. Iedereen was gefocust. Wat wil je met niet alleen Pongo maar ook nog nieuwkomer Coconut langs de kant.

Aanvallend werd er goed vrijgelopen, waardoor de balsnelheid hoog kon worden gehouden en altijd wel de vrije speler kon worden gevonden. Er werd snel omgeschakeld van verdediging naar aanval en omgekeerd.

En het scoringspercentage was wel zeer hoog. Bijna elk schot ging er wel in. En als dat niet zo was dan was er bijna altijd wel een kampioen die gelijk de afvang pakte.

Maar afgezien van de uiteindelijke – u voelt hem al aankomen – winst met schrik niet 5-18 (nooit van tevoren gedacht dat het zo’n monsterscore zou worden) was vandaag toch wel het mooiste dat IEDEREEN wel minimaal één keer gescoord heeft. Zelfs de kinderen die niet zo vaak scoren, maar wel gewoon heel belangrijk zijn voor het team.

 

Geschreven door: Kees van den Berg