Verslag E2: “Jullie worden (er) alleen maar beter (van)!”

Het was toch zo jammer dat onze kanjers van de E2 in de wedstrijd tegen Badhoevedorp in drie minuten tijd de wedstrijd uit handen gaven door gewoon niet te verdedigen. Terwijl ze de rest van de tijd toch zo goed aan het korfballen waren!

Bij de E2 zijn we bezig om de kinderen voor te bereiden op het achtkorfbal. Het grote verschil met vierkorfbal is dat je bij vierkorfbal nog heel erg kunt spelen op wat ik noem “hit-and-run”. Het snel overschakelen van verdediging naar aanval, waardoor er iemand vrij komt en kan scoren. Bij achtkorfbal kan je minder gebruik maken van die snelle omschakeling en zal je dus op een andere manier, meer vanuit een systeem, moeten gaan korfballen.

Daarom zijn wij heel erg aan het oefenen met de vier-nul, vanuit een vaste opstelling de bal snel overgooien en slim lopen om zo iemand vrij te spelen. Dan hebben we het over: hoe loop ik om vrij te komen en op welk moment gooi ik de bal? Als de verdediger voorverdedigt dan draait mijn medespeler zich om en gooi ik de bal er overheen. En als de verdediger er achter loopt dan gooi ik de bal gelijk.

En hoe gooi ik dan? Bij eroverheen gooi ik met een boogje in de vrije ruimte waar geen tegenstanders staan, maar waar mijn teamgenootje wel de bal kan pakken en bij voorkeur richting de paal. En anders gooi ik strak zodat de tegenstander zo min mogelijk tijd heeft om er tussen te kruipen.

En op welk moment gooi ik? Eigenlijk alleen als je oogcontact hebt met je teamgenootje en gelijk als je ziet dat je teamgenootje de actie inzet. Niet te lang wachten zodat de verrassing eraf is en de verdediger er tussen kan komen.

En in de verdediging gaat het om met name – het klinkt zo simpel, maar oh zo lastig – wat is mijn positie ten opzichte van mijn tegenstander en de paal. De ene keer geef je je tegenstander de ruimte (volg je niet en vang je op) en de andere keer moet je er vol op (blijf je als een elastiek binnen armafstand).

Uiteindelijk wil je dat iedereen begrijpt wat de verschillende functies binnen korfbal zijn en wat ze moeten doen als hun teamgenootje een bepaalde actie inzet. Als iemand schiet en ik bij de korf sta moet ik afvangen. Wanneer iemand in de aangeef gaat staan moet ik de bal gooien en er gelijk achteraan rennen om voor de doorloopbal te gaan. Als mijn teamgenootje voorbij wordt gelopen en ik sta toevallig op de goede plek, dan moet ik overnemen. Als ik probeer vrij te lopen, dan moet dat wel met dreiging richting de paal. Als mijn tegenstander om de aangeef snijdt, dan moet ik weten wanneer ik moet volgen en wanneer ik een klein rondje moet lopen.

Het meest lastige van korfbal is “weten wanneer je wat moet doen”. Het systeem, de vier-nul, is er om de kinderen een houvast te geven. Als mijn teamgenootje dit doet, dan moet ik dat doen. Tegelijkertijd helpt het je ook met herkennen wat je tegenstander doet, en dan weten hoe je daar op moet reageren.

Natuurlijk ging niet alles vlekkeloos tijdens deze wedstrijd. Er werd wel eens een bal verkeerd gegooid, maar je zag gewoon dat ze het spelletje beginnen te begrijpen. Fouten horen nu eenmaal bij het leerproces. Maar je zag wel dat zodra iedereen gefocust is, het ook loopt. En dat lieten ze niet nu alleen in deze wedstrijd zien, maar dat laten ze al een aantal wedstrijden achter elkaar zien. Echter jammer genoeg heeft het nog niet tot veel overwinningen geleid, omdat we gewoon te hoog zijn ingedeeld en tegen tegenstanders moeten spelen die misschien niet altijd in het “achtkorfbal”-spelletje beter zijn, maar wel in de gretigheid naar de bal en het “hit-and-run”.

Na de wedstrijd hebben we ook uitgebreid tegen onze kanjers gezegd hoe trots wij als coaches wel niet zijn op hoe ze zich ontwikkelen. En geloof mij! Nu is het nog telkens nederlagen slikken, maar uiteindelijk worden jullie kanjers er alleen maar beter van!

Geschreven door: Kees van den Berg